Geschiedenis van het MLI
Het Multi Lateraal Instrument, kortweg MLI is een uitvloeisel van BEPS project (Base Erosion and Profit Shifting), in het leven geroepen om belastingontwijking tegen te gaan. Uitkomst van het BEPS project was dat het invoeren – implementeren van maatregelen tegen belastingontwijking in de verschillende belastingverdragen op korte termijn praktisch niet mogelijk is. Een bilateraal belastingverdrag komt immers tot stand uit onderhandelingen tussen de Verdragspartners.
Wereldwijd zijn er meer dan 3.000 bilaterale belastingverdragen gesloten. Nederland heeft thans 94 van dergelijke belastingverdragen. Wanneer al deze Verdragen allemaal opnieuw uit onderhandeld zouden moeten worden zou dat jaren in beslag nemen. Aangezien men op korte termijn stappen wenst te maken werd deze route dan ook ongewenst geacht. Dit heeft geleid tot de introductie van het Multi Lateraal Instrument welke inmiddels door 71 landen werd ondertekend. De deelnemende landen kunnen er voor kiezen om de door hen gesloten belastingverdragen al dan niet onder de toepassing van het MLI te brengen (te notificeren). Nederland heeft 82 van de door haar gesloten belastingverdragen genotificeerd. Het verdrag met Belgie werd door Nederland niet onder de toepassing van de MLI gebracht.
Toepassingsbereik MLI
Het MLI werkt alleen wanneer beide verdragspartners het desbetreffende verdrag als zodanig hebben genotificeerd en is zodanig vormgegeven dat het zelfstandig bindende multilaterale normen van internationaal recht bevat die zowel naast als in aanvulling op bestaande verdragen moeten worden toegepast. Er is dus eerder sprake van interpretatie dan van implementatie van verschillende verdragsteksten. De uiteindelijke (rechts)gevolgen van de MLI zijn afhankelijk van de (mis)matches tussen de twee Verdragspartners.
De Verenigde Staten hebben het MLI niet ondertekend en lijken vooralsnog voornemens dit ook niet te gaan doen.
Positie Nederland
Met betrekking tot de materiele reikwijdte van het MLI accepteert Nederland in beginsel alle MLI bepalingen en maakt zij slechts een beperkt aantal voorbehouden, waarbij de zogenaamde Saving Clause wellicht de belangrijkst is. Op basis van deze Saving Clause behoudt een land zich het recht voor zijn inwoners te belasten op grond van de nationale wetgeving. De deelnemende landen lijken de MLI met name te hanteren als instrument met als doel het toepassen van de minimum standards in de door haar genotificeerde verdragen. Hiervan is de Principal Purpose Test wellicht het meest sprekende voorbeeld. Deze toets is opgenomen om verdragsmisbruik te voorkomen.
Uiteindelijk wordt het MLI van kracht vanaf de eerste dag van de maand volgende op het verstrijken van de 3 maandstermijn welke aanvangt vanaf de datum waarop de 5e deelnemende staat het instrument heef geratificeerd en goedgekeurd.
MLI in de praktijk
Voor de praktijk is de invoering van het MLI een extra aandachtspunt. Naast de reeds bestaande belastingverdragen dient tevens de mogelijke impact van het MLI worden geraadpleegd alvorens een bepaald advies of een bepaalde structuur kan worden geïmplementeerd. Hierbij dienen naast de keuzes die Nederland zelf heeft gemaakt tevens de standpunten van haar verdragspartner worden beoordeeld.
Middels onze website zullen wij u op de hoogte houden van ontwikkelingen omtrent e.e.a.
Voor tussentijdse vragen kunt u uiteraard altijd contact opnemen met onze specialisten.