Vanoers.nlHR SolutionsHoge Raad: verplicht einde aan ‘slapend dienstverband’

Hoge Raad: verplicht einde aan 'slapend dienstverband’ 

Verplicht einde aan slapend dienstverband

Begin november heeft de Hoge Raad beslist dat de werkgever verplicht is om, op verzoek van de arbeidsongeschikte werknemer, het ‘slapende dienstverband’ te beëindigen, met betaling van een bedrag ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.

De zaak

In een procedure bij de rechtbank Limburg vordert een langdurig arbeidsongeschikte werknemer schadevergoeding van zijn werkgever. Dit omdat de werkgever niet bereid is om het ‘slapende dienstverband’ te beëindigen, onder betaling van een transitievergoeding. Aan de Hoge Raad zijn prejudiciële vragen gesteld of, en zo ja, onder welke omstandigheden een werkgever als ‘goede werkgever’ in moet stemmen met het voorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer tot beëindiging van het ‘slapende dienstverband’, onder betaling van een transitievergoeding..

 

Uitspraak Hoge Raad

Omdat werkgevers op grond van de Wet compensatie transitievergoeding door het UWV worden gecompenseerd voor betaling van de transitievergoeding aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, gaat het argument dat een werkgever door betaling van de transitievergoeding op hoge kosten wordt gejaagd, niet meer op. Daarnaast wil de wetgever af van de problematiek rondom ‘slapende dienstverbanden’. Op grond hiervan heeft de Hoge Raad bepaald dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap gehouden is in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van een ‘slapend dienstverband’ met wederzijds goedvinden. Wel onder toekenning van een vergoeding aan de werknemer ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.

Voor de berekening van de hoogte van de te betalen transitievergoeding mag de werkgever uitgaan van het bedrag dat de werkgever verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na het verstrijken van de wachttijd voor de WIA (na afloop van de wachttijd van 104 weken of in geval van een loonsanctie na afloop van de loonsanctie). Dit kan anders zijn als de werkgever gerechtvaardigde belangen heeft om de arbeidsongeschikte werknemer toch in dienst te houden, bijvoorbeeld als er een reëel uitzicht is op re-integratie.

Als de betaling van de transitievergoeding leidt tot financiële problemen bij de werkgever, kan de rechter beslissen dat de betaling in termijnen plaatsvindt of kan de uitbetaling worden opgeschort tot 1 april 2020. Dat is de datum waarop de Wet compensatie transitievergoeding in werking treedt. Voor een aanvraag bij het UWV op grond van deze wet is overigens vereist dat de volledige vergoeding aan de werknemer is voldaan. Hetgeen de werkgever verplicht tot – in ieder geval een korte periode van – voorfinanciering.

Uitspraak Hoge Raad

 

Gevolgen uitspraak

Het arrest zal als gevolg hebben dat veel werknemers (opnieuw) een verzoek zullen indienen bij hun werkgever om het dienstverband te beëindigen tegen betaling van de transitievergoeding. Als er geen sprake is van een uitzonderingssituatie die het slapend dienstverband rechtvaardigt, zal de werkgever aan het verzoek van zijn werknemer moeten voldoen. Voor werkgevers die veel werknemers slapend in dienst hebben gehouden, kan het arrest tot een flinke kostenpost leiden.

 

Beëindigen slapende dienstverbanden

Wij adviseren werkgevers om slapende dienstverbanden nog dit jaar te beëindigen middels een vaststellingsovereenkomst dan wel een ontslagprocedure bij UWV te starten. Immers volgens de Hoge Raad hebben werknemers met een slapend dienstverband recht op de transitievergoeding per de datum waarop de werkgever de arbeidsovereenkomst had kunnen beëindigen. Omdat de transitievergoeding door de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) met ingang van 2020 wordt gewijzigd en in veel gevallen omlaag gaat, kan er een discussie met UWV ontstaan “welke” transitievergoeding gecompenseerd moet worden. De lagere transitievergoeding ná 1 januari 2020 conform de Wab of de hogere transitievergoeding zoals die thans en dus vóór 1 januari 2020 geldt.

 

Transitievergoeding

De Hoge Raad is duidelijk. De transitievergoeding moet worden betaald die verschuldigd zou zijn bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst op de dag na die waarop de werkgever wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer de arbeidsovereenkomst zou kunnen (doen) beëindigen. Op grond hiervan kan een werknemer met een thans slapend dienstverband de transitievergoeding vorderen volgens de huidige berekening. De vraag is echter of de werkgever die na 1 januari 2020 pas beëindigt de vergoeding volgens de oude (hogere) berekening gecompenseerd krijgt van UWV of de dan geldende (lagere) berekening conform de Wab. Kortom, te lang wachten met beëindigen van een slapend dienstverband kan mogelijk tot een discussie met UWV over de hoogte van de compensatie en in het ergste geval tot schade voor de werkgever leiden. Dit risico kan worden voorkomen door vóór 1 januari 2020 de slapende dienstverbanden te beëindigen.

 

Meer informatie

Heeft u vragen over slapende dienstverbanden of de nieuwe compensatiemogelijkheid? Neem dan contact op met een van onze arbeidsrechtjuristen.

david van nassau
David van Nasau
Manager juridisch advies
Contact
  • icon
david van nassau
David van Nassau
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws.

Altijd up-to-date blijven met Van Oers

Schrijf u meteen in voor de Van Oers nieuwsbrief.
Schrijf u in
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

david van nassau
David van Nassau | Manager juridisch advies
Wilt u meer informatie over dit onderwerp?
Vul het contactformulier in of laat een terugbelverzoek achter.