Bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen loonheffingen
Werkgevers hebben voor de loonheffingen bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen. De huidige bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat werkgevers deze verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel kunnen nakomen. Zo geldt bijvoorbeeld de plicht van de werkgever om de identiteit van de werknemer vast te stellen aan de hand van het originele identiteitsbewijs. Als een werkgever een werknemer niet tijdig kan identificeren, kan dit leiden tot een toepassing van het zogenoemde anoniementarief. Dit is een vast tarief van 52%. Een dergelijk gevolg van het niet kunnen nakomen van een administratieve verplichting is in deze omstandigheden ongewenst. Daarom neemt de Belastingdienst in deze situaties een soepel standpunt in als een werkgever of werknemer de tekortkoming in de administratieve verplichting voor zover mogelijk herstelt zodra dit kan. Voor het voorbeeld van de identificatieplicht betekent dit dat de toepassing van het anoniementarief achterwege kan blijven als de werkgever de identiteit van de werknemer alsnog vaststelt zodra hij daar in redelijkheid toe in staat is.
Ongewijzigd doorlopen vaste reiskostenvergoeding
Voor reiskosten bestaat de mogelijkheid een vaste onbelaste vergoeding af te spreken, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis (vanwege het thuiswerken) wat betreft de kosten van vervoer tot een verandering van hun reispatroon. Die verandering kan meebrengen dat een werkgever de vaste reiskostenvergoeding moet aanpassen of geheel of gedeeltelijk tot het loon moet rekenen. Dit is in deze bijzondere omstandigheden ongewenst. Daarom wordt in het beleidsbesluit geregeld dat de werkgever die een vaste reiskostenvergoeding betaalt hier nu in deze thuiswerktijden geen gevolgen aan hoeft te verbinden. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van het reispatroon waar de vergoeding al op gebaseerd was (ook al reist de werknemer momenteel niet of minder). Dit geldt zowel voor een vaste reiskostenvergoeding als voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. De reiskostenvergoeding blijft dus gericht vrijgesteld, voor zover deze niet hoger is dan € 0,19 per kilometer.
Let op: de beleidsmaatregelen hebben een tijdelijk karakter en zullen daarom weer worden ingetrokken zodra de omstandigheden dit toelaten.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact met ons op en onze adviseurs helpen u graag verder.