1.  Verbetering NOW-regeling
20% omzetverlies
De NOW-regeling is een tegemoetkoming in de loonkosten voor bedrijven met een substantiële omzetdaling door de coronacrisis. De NOW 3 geldt in 2021 voor de loonkosten over januari t/m maart 2021 (NOW 3.2) en april t/m juni 2021 (NOW 3.3). Besloten is dat het omzetverlies in beide periodes minimaal 20% moet bedragen om voor deze regeling in aanmerking te komen. Daarmee is er voorlopig geen versobering van de voorwaarden. De NOW 3.2 kan vanaf 15 februari worden aangevraagd.
Compensatie naar 85%
De maximale compensatie van de loonkosten wordt verhoogd van 80 naar 85%. De geplande verlaging naar 60% over het tweede kwartaal gaat ook niet door. Verder blijft de looncompensatie gemaximeerd op twee keer het dagloon en wordt deze niet verlaagd naar eenmaal het dagloon.
Geen wijziging in loonsomvrijstelling
De loonsomvrijstelling – het bedrag waarmee de loonsom mag dalen zonder dat dit gevolgen heeft voor de NOW – blijft gehandhaafd op 10%. De forfaitaire opslag op het loon – de toeslag op het loon vanwege bijkomende kosten voor werkgeverslasten, zoals vakantiegeld – blijft 40%.
Let op!
Wat betreft de bepaling van de omzet voor de NOW is van belang dat de TVL als ‘omzet’ meegerekend moet worden. Als gevolg van de verbetering van de TVL (zie punt 2) zal voor ondernemers die daar gebruik van maken, de tegemoetkoming via de NOW afnemen. Per saldo leidt de verhoging van de TVL tot meer steun voor zwaar getroffen ondernemers.
2.  Forse verbetering TVL
Met terugwerkende kracht 85%
De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 uitgebreid. Hierdoor krijgen alle ondernemers van wie de omzet met minstens 30% is teruggevallen, een tegemoetkoming van 85% van de vaste lasten.
Let op!
Het percentage is dus niet langer variabel en loopt dus ook niet op naarmate de omzet afneemt.
Meer dan 250 personeelsleden
Ook is de TVL niet langer beperkt tot mkb-ondernemingen met maximaal 250 werknemers in dienst. Ook bedrijven met meer dan 250 werknemers kunnen vanaf 1 januari 2021 gebruikmaken van de regeling.
Maximum wordt verhoogd
Het maximum van de TVL wordt verhoogd van € 90.000 tot € 400.000 voor een periode van drie maanden. Let op, voor ondernemers met maximaal 250 werknemers in dienst bedraagt dit maximum € 330.000 voor een periode van drie maanden. Deze maxima zijn exclusief de opslag voorraadsubsidie voor gesloten detailhandel.
Het percentage vaste lasten van een onderneming blijft afhankelijk van de sector en wordt bepaald op basis van cijfers van het CBS. Hierdoor kan per saldo meer of minder dan 85% van de vaste lasten aan subsidie worden verkregen.
De TVL kent een vereiste dat een ondernemer minimaal € 3.000 aan vaste lasten in een kwartaal moet hebben. Het kabinet onderzoekt of een verlaging van dit bedrag mogelijk is.
Minimale bedrag wordt ook verhoogd
Het minimale steunbedrag aan TVL wordt daarnaast verhoogd van € 750 naar € 1.500 per periode van drie maanden.
3.  Extra steun starters
Er komt een nieuwe steunmaatregel voor starters die zo veel mogelijk gebaseerd is op de
TVL. De regeling zal gelden voor starters die zijn gestart tussen 1 januari en 30 juni 2020. Hoe de regeling er exact uit komt te zien, is nog niet bekend. De referentieperiode voor deze bedrijven zal het derde kwartaal van 2020 zijn en de regeling geldt voor zowel het eerste als het tweede kwartaal van 2021.
Starters gestart tussen 1 januari en 15 maart 2020 komen in het eerste kwartaal 2021 naast de startersregeling ook in aanmerking voor de reguliere TVL. Deze groep starters krijgt in het tweede kwartaal, zo is het kabinet voornemens, alleen de nieuwe startersregeling (als deze starters aan de voorwaarden voldoen).
Het kabinet hoopt dat aanvragen vanaf april/mei van dit jaar kunnen worden ingediend.
Extra kredietmogelijkheid
Verder komt er een extra kredietmogelijkheid via Qredits voor ondernemers die in het eerste of tweede kwartaal van 2020 gestart zijn. Dit vanwege het feit dat deze ondernemers nauwelijks gebruik kunnen maken van de overige steunmaatregelen vanwege het ontbreken van referentieomzet. Deze groep starters kan middels coronaoverbruggingskredieten lenen tegen soepele leenvoorwaarden, dat wil zeggen tegen 1,75% rente voor 4 tot maximaal 6 jaar tot een maximumbedrag van € 35.000.
4.  Uitbreiding voorraadsubsidie
Verhoging naar 21%
Er komt een uitbreiding van de voorraadsubsidie voor de detailhandel in de non-food. De subsidie zal in het eerste kwartaal van 2021 neerkomen op een opslag van 21% op het percentage in de TVL van 85%.
In de regeling voor het vierde kwartaal van 2020 was dit nog 5,6%. De nieuwe tegemoetkoming is gelijk aan een vergoeding van 17,85% van het omzetverlies (21% x 85%).
Voor het ontvangen van de voorraadsubsidie hoeven ondernemers geen aparte aanvraag in te dienen. Dit loopt automatisch mee in de nog in te dienen aanvraag voor de TVL in het eerste
kwartaal van 2021. De opslag kent een maximum van € 200.000. Het maximum voor het vierde kwartaal 2020 was nog € 20.160.
Let op!
De opslag komt boven op de maximumvergoeding van € 330.000 respectievelijk € 400.000.
Er is nog niet beslist of de maatregel in het tweede kwartaal van 2021 wordt voortgezet. De noodzaak hiertoe wordt later op basis van de dan geldende situatie bekeken.
5.  Versoepeling uitstel van belastingbetaling
Het uitstel van betaling van belastingschulden is verlengd tot 1 juli 2021. Dat was eerder tot 1 april 2021. Dit betekent dat ondernemers tot uiterlijk 1 juli 2021 uitstel van betaling of een verlenging van een reeds verleend uitstel kunnen aanvragen.
Voor ondernemers die na 1 april 2021 voor de eerste keer een aanvraag indienen, betekent dit dat zij tot 1 juli 2021 hun nieuwe betalingsverplichtingen, zoals de afdracht van btw en loonheffingen, niet hoeven te voldoen. Voor ondernemers die al eerder een aanvraag voor drie maanden hadden ingediend, betekent dit dat zij alsnog onder voorwaarden om verlenging van het uitstel tot 1 juli 2021 kunnen vragen. Voor ondernemers die eerder dit jaar al verlenging hadden gekregen, geldt het uitstel nu automatisch tot 1 juli 2021. Voor al deze ondernemers geldt dus dat nieuw opkomende verplichtingen pas vanaf 1 juli 2021 hoeven te worden betaald.
Let op!
Als de periode van uitstel voorbij is, moeten nieuw opkomende verplichtingen qua aangifte en betaling worden nagekomen. Als dat niet gebeurt, kan het uitstel worden ingetrokken en kan geen gebruik worden gemaakt van de gespreide betalingsregeling (zie hierna). Het is dus belangrijk dat ondernemers die ná deze drie maanden uitstel niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, zélf om verlenging vragen. Doen zij dit niet, dan lopen zij het risico om uitgesloten te worden voor de betalingsregeling waarin zij hun schuld in 36 maanden kunnen aflossen.
Een opgebouwde belastingschuld moet vanaf 1 oktober 2021 worden terugbetaald in 36 maandelijkse termijnen. Dit is drie maanden later dan de oorspronkelijke datum van 1 juli 2021.
Let op!
Over belastingschulden wordt invorderingsrente berekend door de Belastingdienst. In het kader van de coronacrisis is het percentage tijdelijk verlaagd tot 0,01%. Per 1 januari 2022 zal dit weer stijgen naar 4%. Er is nog geen maatregel aangekondigd om deze verhoging uit te stellen.
6.  Verruiming werkkostenregeling
Werkgevers kunnen via de werkkostenregeling hun werknemers onbelast goederen en diensten verstrekken. De werkkostenregeling kent een vrije ruimte. Blijft de werkgever met zijn vergoedingen en verstrekkingen binnen deze vrije ruimte, dan hoeft er geen belasting te worden betaald. Boven het bedrag van de vrije ruimte betaalt de werkgever 80% belasting via de eindheffing.
Vorig jaar is de vrije ruimte verruimd. De verruiming van de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling wordt ook dit jaar voortgezet. Dit betekent dat ook in 2021 over de eerste € 400.000 van de loonsom de vrije ruimte 3% bedraagt in plaats van 1,7%.
Let op!
Over het meerdere bedraagt de vrije ruimte dit jaar 1,18% in plaats van 1,2% in 2020.
7.  Aanpassingen overige fiscale maatregelen
Aanpassing gebruikelijk loon dga
Directeur-grootaandeelhouders (dga’s) van een bv zijn verplicht jaarlijks een gebruikelijk loon op te nemen. Voor 2021 bedraagt dit in beginsel ten minste € 47.000. Dga’s van bv’s die vanwege corona te maken hebben met omzetverlies mochten in 2020 een lager gebruikelijk loon opnemen.
Ook in 2021 is een lager gebruikelijk loon vanwege corona onder voorwaarden mogelijk. Het gebruikelijk loon over 2021 mag worden afgeleid van het gebruikelijk loon over 2019. Daarbij mag het gebruikelijk loon over 2021 in dezelfde mate worden verlaagd als de daling van de omzet in 2021 ten opzichte van 2019. Voorwaarde is dat die daling ten minste 30% bedraagt.
Versoepeling urencriterium
Voor tal van ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting geldt het zogenaamde urencriterium. Dit betekent dat een zelfstandig ondernemer minstens 1.225 uur per jaar in zijn bedrijf werkzaam moet zijn én minstens de helft van zijn werkzame uren. Deze laatste eis geldt niet voor starters.
De versoepeling houdt in dat zelfstandig ondernemers in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 geacht worden ten minste 24 uur per week aan hun onderneming te hebben besteed. Op deze manier hoeven maatregelen in het kader van corona er niet aan in de weg te staan dat toch aan het urencriterium voldaan wordt.
Seizoensgebonden werk?
Voor ondernemers die seizoengebonden werkzaamheden verrichten en waarvan de piek van hun werkzaamheden in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 valt, bestaat een uitzondering. Deze houdt in dat zij voor deze periode hun uren mogen afleiden van de gewerkte uren in het jaar 2019.
Verlenging vrijgestelde reiskostenvergoeding
Werknemers die thuiswerk verrichten, kunnen onder voorwaarden een reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer onbelast doorbetaald krijgen. Deze maatregel gold tot en met 31 december 2020 en was verlengd tot 1 februari 2021. Besloten is de maatregel verder te verlengen tot 1 april 2021. Dit betekent dat tot 1 april 2021 de bestaande vaste reiskostenvergoedingen door de werkgever nog onbelast kunnen worden vergoed, ook als de werknemer deze reiskosten als gevolg van het thuiswerken niet meer of nog maar gedeeltelijk maakt. Voorwaarde is dat het een vaste vergoeding betreft die al vóór 13 maart 2020 door de werkgever werd toegekend.
Thuiswerkvergoeding?
Op dit moment bestaat nog geen gerichte vrijstelling voor thuiswerkvergoedingen. Als werkgevers een dergelijke vergoeding betalen, kunnen zij wellicht wel gebruikmaken van vrijstelling voor arbovoorzieningen of ICT-middelen (zoals een internetabonnement). Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid om een vrijstelling voor thuiswerkvergoedingen te introduceren. Dit zal worden bezien in samenhang met de reiskostenvergoeding.
Versoepeling schuldsanering
Er komen richtlijnen voor een soepelere en efficiëntere behandeling van saneringsverzoeken van ondernemers. Aangehouden en binnenkomende saneringsverzoeken zullen door de Belastingdienst binnen de wettelijke mogelijkheden met een welwillende blik worden beoordeeld, waarbij bekeken wordt of de standaard terugbetalingsregeling van 36 maanden voldoende is. Bij twijfel zal een verzoek worden toegekend. De omstandigheid dat de ondernemer financiële middelen de afgelopen periode niet heeft gebruikt voor het betalen van belastingschulden, zal geen reden meer zijn voor afwijzing van het verzoek, behalve bij misbruik.
Verlenging fiscale maatregelen
De looptijd van een aantal fiscale maatregelen wordt verlengd tot en met 30 juni 2021.
Het gaat daarbij om:
- het uitstel van administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen;
- het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers en de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen;
- het btw-nultarief op mondkapjes, op de uitleen van zorgpersoneel en op COVID-19-vaccins en -testkits;
- het behoud van het recht op hypotheekrenteaftrek voor huizenbezitters als zij van hun geldverstrekker een betaalpauze voor hun hypothecaire lening krijgen;
- het tijdelijk verlaagde btw-tarief op de sportlessen die sportscholen online aanbieden (deze maatregel geldt totdat de verplichte sluiting van sportscholen wordt opgeheven).
8.  Maatregelen ten behoeve van land- en tuinbouwsector
Er komt voor de land- en tuinbouwsector een tegemoetkoming in de vaste lasten die vergelijkbaar is met de TVL. Er wordt gestreefd naar een tegemoetkoming van maximaal € 330.000 per kwartaal voor bedrijven tot 250 werknemers en € 400.000 per kwartaal voor bedrijven met 250 of meer werknemers. Daarbij zal een maximum gaan gelden van € 800.000 over de gehele steunperiode. Deze aparte regeling is nodig, omdat ondernemers in de land- en tuinbouw vanwege Europese regels slechts tot € 100.000 gebruik kunnen maken van de TVL.
Daarnaast komt er een tegemoetkoming voor de land- en tuinbouw ter bestrijding van doorlopende kosten voor het in leven houden van planten en dieren, zoals kosten voor voeding, (plant)verzorging
en gewasbescherming. Er komt daarom een regeling met een opslag van 21%-punt voor de betreffende landbouwsectoren (SBI-codes 1.1 tot en met 1.5) boven op de TVL.
Let op!
Bel ons als u door de coronacrisis een beroep wilt doen op de steunmaatregelen en er meer over wilt weten.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met onze specialisten. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: info@vanoers.nl.
Bron: SRA