Verkoop kavels bij einde ondernemerschap is economische activiteit 

Toelichting arrest

Belanghebbende is tomatenteler en beëindigt zijn onderneming. Met de gemeente wordt overeengekomen dat belanghebbende (naast een financiële compensatie) negen woningkavels toegewezen krijgt in ruil voor de sloop van de tuinbouwkassen en andere bedrijfsgebouwen. Vier van deze kavels betreffen een woningbouwrecht op grond die later door belanghebbende is aangekocht. Na onderling overleg met de gemeente heeft belanghebbende deze vier kavels gekocht. Vervolgens heeft belanghebbende een van deze woningbouwkavels verkocht, en heeft daarover geen btw afgedragen.

In geschil is of de levering van de woonbouwkavel een voor de btw belaste prestatie is. Meer specifiek ziet dit arrest op de vraag of belanghebbende de levering als ondernemer voor de omzetbelasting heeft verricht.

Belanghebbende is van mening dat het woningbouwrecht niet tot zijn ondernemingsvermogen behoort, omdat verkoop van de woningbouwkavel niet in verband staat met het drijven van zijn onderneming. Daarom heeft belanghebbende de woningbouwkavel zonder btw verkocht.

De belastinginspecteur meent dat de tomatenteler de woningbouwkavel heeft geleverd als ondernemer voor de omzetbelasting, omdat de levering verband houdt met de ondernemingsactiviteiten van belanghebbende. De compensatie is namelijk ontvangen in verband met de sloop van de tuinbouwkassen en dus de beëindiging van de onderneming.

De rechtbank stemt in met het standpunt van de belastinginspecteur. De levering van de woningbouwkavel wordt dus gezien als economische activiteit. Hierbij haalt de rechtbank het arrest Fini H aan waarin gesteld is dat tot het begrip ‘economische activiteit’ ook activiteiten behoren met betrekking tot de beëindiging van een onderneming.

Relevantie voor de praktijk

Tussen de beëindiging van een bedrijf en de laatste ondernemingshandeling kan geruime tijd zitten. Ook al lijkt de onderneming al te zijn beëindigd kunnen er nog ondernemingsactiviteiten worden verricht, zoals het geval was in Fini H. In deze zaak bevestigt de rechtbank nog eens dat een activiteit na bedrijfsbeëindiging als economische activiteit kwalificeert wanneer deze activiteit nog verband houdt met de onderneming. In de praktijk is van belang dat goed wordt opgelet of zo’n activiteit wordt aangemerkt als economische activiteit en dus of deze activiteit belast(baar) is voor de btw.

Als belanghebbende van de gemeente enkel een financiële compensatie had gekregen, en daarmee (speculatief) een woningbouwkavel had gekocht en die later weer verkocht, dan had het oordeel van de rechtbank naar onze inschatting anders geluid.

Inmiddels kunnen wij u melden dat hoger beroep is ingesteld bij het gerechtshof. Deze zaak krijgt dus nog een vervolg.

Meer informatie?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: btwadviesgroep@vanoers.nl.

Neem contact op