- Bij aanschaf van gemengd gebruikte goederen of diensten mag de btw direct en volledig in aftrek worden gebracht. Het gebruik van deze goederen of diensten voor andere dan bedrijfsdoeleinden (hierna: privégebruik) wordt belast als een (fictieve) dienst in de aangifte over de laatste periode van het betreffende boekjaar.
- Met ingang van 1 januari 2011 kunnen onroerende zaken die zowel voor privé als voor zakelijke doeleinden worden gebruikt niet langer volledig tot het ondernemingsvermogen worden gerekend. Er bestaat slechts nog recht op aftrek voorbelasting voor zover de onroerende zaak voor zakelijke doeleinden wordt gebruikt, uitgaande van het ontbreken van btw-vrijgestelde prestaties.
- Door bovenstaande wijziging moet gedurende 10 jaren (inclusief het jaar van ingebruikname) worden nagegaan of de aftrek van voorbelasting ten aanzien van het gebruik voor zakelijke doeleinden van de onroerende zaken dient te worden herzien. Dit moet je doen door per jaar na te gaan wat de verhouding zakelijk gebruik/privégebruik is. Is deze verhouding gewijzigd ten opzicht van het jaar van ingebruikname, dan dient de btw te worden herzien in de laatste aangifte omzetbelasting van het betreffende boekjaar. Grondslag daarbij is 1/10e van de aanschaf-btw.
- Bij privégebruik van roerende zaken wordt gedurende 5 jaren (inclusief het jaar van ingebruikname) steeds over één vijfde deel van de aanschafwaarde van de roerende zaken, btw naar rato van het privégebruik afgedragen/verantwoord in de aangifte over het laatste belastingtijdvak van het betreffende boekjaar. In het jaar van aanschaf mag de ‘afschrijving’ tijdsgelang worden meegenomen.
- Bij privégebruik om niet van ingekochte diensten en bij diensten die de ondernemer zelf verricht voor privédoeleinden van zichzelf of van zijn personeel (dus diensten die niet van een derde worden ingekocht) moeten in de laatste aangifte van het boekjaar in aanmerking worden genomen. De ondernemer is dan over de kostprijs van de dienst btw verschuldigd (naar rato van het privégebruik).
- Het privégebruik moet worden vastgesteld aan de hand van het werkelijk gebruik. Het werkelijk gebruik kan worden bepaald aan de hand van bijvoorbeeld een urenregistratie, oppervlakte of inhoud. Overigens geldt hiervoor de vrije bewijsleer, zodat het werkelijk gebruik ook op andere wijzen kan worden aangetoond.
- Voor een aantal goederen en diensten gelden normen die van andere (fiscale) correcties zijn afgeleid. Denk hierbij aan het privégebruik van:
- Gas/water/elektriciteit normbedrag 2017: € 1.611,- *)
- Telefoon normbedrag 2017: € 272,- **)
- Accountant normbedrag 2017: € 302,50 per persoon ***)*) Hierin begrepen is € 12,- (6%) + € 241,- (21%) = € 253,- btw
**) Dit is het normbedrag conform wetgeving loonbelasting 2006. Deze geldt in beginsel per (mobiele) telefoon. Hierin begrepen is € 47,- btw (21%)
***) Hierin begrepen is € 52,50 btw (21%)
Hierbij geldt dat indien aannemelijk is dat het werkelijke privégebruik meer of minder bedraagt dan het normbedrag, het werkelijke privégebruik moet worden gecorrigeerd.
Voor agrarische ondernemingen kunnen de Landbouwnormen worden gevolgd, zoals jaarlijks gepubliceerd door de Belastingdienst.