Vanoers.nlBouw en vastgoed, BelastingadviesGeen omzetbelasting bij verkoop verhuurd onroerend goed

Geen omzetbelasting bij verkoop verhuurd onroerend goed 

Geen omzetbelasting bij verkoop verhuurd onroerend goed

Begin dit jaar heeft het Hof van Justitie een uitspraak gedaan in een Poolse zaak waaruit blijkt dat de verkoop van een verhuurd pand, een winkelcentrum, kan worden aangemerkt als de overdracht van (een gedeelte van) een onderneming als gevolg waarvan geen btw is verschuldigd over de koopsom. Deze uitspraak is een welkome ontwikkeling voor projectontwikkelaars of andere belastingplichtigen die onroerend goed in verhuurde staat verkopen. In dit artikel leest u wat de gevolgen zijn voor de Nederlandse praktijk.

De casus

Een Poolse vennootschap koopt een winkelcentrum in Polen. De vóór de verkoop gesloten huurovereenkomsten voor de panden in het winkelcentrum worden overgenomen. Daarnaast gaan ook de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de exploitatie van het winkelcentrum en de websites mee over. De Poolse vennootschap zet de exploitatie van het winkelcentrum voort.

In het kader van de verkoop is door partijen geopteerd voor een btw-belaste levering. De Poolse vennootschap wil de btw in aftrek brengen, hetgeen de Poolse belastingdienst weigert. Volgens de Poolse belastingdienst is namelijk sprake van de overdracht van (een gedeelte van) een onderneming als gevolg waarvan geen btw verschuldigd is. De zaak wordt voorgelegd aan het Hof van Justitie. Uit het oordeel van het Hof van Justitie kan worden afgeleid dat, in lijn met de Poolse belastingdienst, de overdracht van het winkelcentrum in verhuurde staat aangemerkt kan worden als de overdracht van (een deel van) een onderneming.

Relevantie Nederlandse praktijk

In mei 2022 deed het Hof in twee procedures betreffende de overdracht van verhuurd onroerend goed een uitspraak (zie ook ons eerdere artikel). Het Hof oordeelt dat in beide procedures sprake is van de overdracht van een onderneming in de zin van artikel 37d Wet OB 1968. Waar de inspecteur waarde toekent aan de intentie van verkoper (bij een intentie tot verkoop geen overdracht van een onderneming), is die intentie (verkopen dan wel verhuren) volgens het Hof niet relevant. In deze twee procedures is cassatie ingesteld. Onze verwachting is dat, gezien het arrest van het Hof van Justitie, de Hoge Raad beide procedures zal afdoen in lijn met het oordeel van het Hof.

Het oordeel van het Hof van Justitie is met name van belang in situaties waarin een nieuw gebouwde onroerende zaak btw-vrijgesteld wordt verhuurd (bijvoorbeeld nieuw gerealiseerde woonappartementen), die vervolgens in verhuurde staat verkocht wordt aan een derde. Als gevolg van de toepassing van art. 37d Wet OB 1968 kan voorkomen worden dat, uitgaande van voortzetting van de btw-vrijgestelde verhuur door koper, de levering belast wordt met btw die voor de koper niet aftrekbaar is.

Meer informatie?

Mocht u betrokken zijn bij een soortgelijke casus, dan denken wij graag met u mee. U kunt contact opnemen met onze specialisten via onderstaande button of per mail: btwadviesgroep@vanoers.nl.

Schrijf u in voor de Van Oers nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Van Oers Belastingadvies

Bent u op zoek naar een belastingadviseur?

Van Oers vertaalt ingewikkelde fiscale vraagstukken naar duidelijke adviezen en concrete oplossingen. U kunt daarbij rekenen op advies toegespitst op uw specifieke situatie. Wij zijn uw specialist op het gebied van fiscale vraagstukken.
Meer informatie
Uitstel belasting gehad? Vraag een overzicht aan
Thijs Bijlard
Thijs Bijlard | Directeur fiscaal | btw-specialist
Wilt u meer informatie over dit onderwerp?
Neem contact op met onze specialisten via onderstaand telefoonnummer of e-mailadres. Onze specialisten helpen u graag verder!