Schenk- en erfbelasting
Bedrijfsopvolgingsregeling
Vorig jaar is al een aantal wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling in de inkomstenbelasting en schenk- en erfbelasting aangekondigd. Een deel van deze wijzigingen ging in op 1 janurai 2024 en een deel gaat in op 1 januari 2025. Daarnaast is op 19 april 2024 de internetconsultatie aanpassingen bedrijfsopvolging gestart. Ook dit wetsvoorstel bevat een aantal aanpassingen in de bedrijfsopvolgingsregeling die per 1 januari 2025 in zouden moeten gaan. De aanpassingen zullen hieronder puntsgewijs opgenomen worden:
- Verlaging BOR vrijstellingspercentage. Per 2025 worden de bedragen van de vrijstellingspercentages aangepast. In 2024 geldt een vrijstelling van 100% van de going concernwaarde van de onderneming tot een waarde van € 1.325.253, voor het meerdere geldt een vrijstellingspercentage van 83%. Per 2025 wordt is er een 100% vrijstelling tot een waarde van € 1,5 miljoen, daarboven is een vrijstellingspercentage van 75% van toepassing.
- Doelmatigheidsmarge. Per 1 januari 2025 is het niet meer toegestaan om voor de vrijstelling 5% van het beleggingsvermogen aan te merken als ondernemingsvermogen.
- Bedrijfsmiddelen gemengd gebruik. Sommige bedrijfsmiddelen worden zowel zakelijk als privé gebruikt, denk hierbij o.a. aan een auto. Deze bedrijfsmiddelen kwalificeren per 2025 alleen nog als ondernemingsvermogen voor zover ze daadwerkelijk binnen de onderneming gebruikt wordt. Nu kunnen bedrijfsmiddelen die gemengd gebruikt worden maar als ondernemingsvermogen worden aangemerkt nog geheel meegenomen worden. Deze maatregel is alleen van toepassing op bedrijfsmiddelen met een waarde in het economisch verkeer van minimaal € 100.000.
- Minimumleeftijd. Bij schenkingen gaat een minimumleeftijd gelden voor de verkrijger van 21 jaar. Bij verervingen is deze minimumleeftijd niet van toepassing. Deze maatregel is zowel van toepassing in de inkomstenbelasting als in de schenk- en erfbelasting.
- Voortzettingseis. De voortzettingstermijn wordt verkort van 5 naar 3 jaar.