Werkgevers kunnen daggeldvergoedingen voor dienstreizen van werknemers onbelast vergoeden door een beroep te doen op het Reisbesluit binnenland en buitenland voor ambtenaren.
Een werkgever kan de vergoedingregels van de Reisbesluiten en de toelichtingen daarop integraal toepassen voor een kostenvergoeding aan andere werknemers, mits deze werknemers vanuit kostenoogpunt in gelijke omstandigheden verkeren als ambtenaren op dienstreis. Als u hiervan gebruik wil maken voor uw werknemers kunt u dit afstemmen met de Belastingdienst.
Als gevolg van een herbeoordeling door de Belastingdienst is de hoogte van de vergoedingen met ingang van 1 juli 2014 aangepast. Zoals is onze nieuwsbrief van augustus opgenomen, was toen nog onduidelijk of deze maximumbedragen ook gelden voor buitenlandse dienstreizen.
Inmiddels is dit verduidelijkt en is expliciet bekend gemaakt dat voorzover het buitenlandse dienstreizen betreft de bedragen volgens de tarieflijst buitenland gehanteerd kunnen worden, deze bedragen zijn gericht vrijgesteld.
Voor binnenlandse dienstreizen gelden wel maximumbedragen. De bedragen voor 2015 zijn als volgt:
Verblijfskosten | Vrijgesteld bedrag |
kleine uitgaven overdag | € 4,06 |
kleine uitgaven ‘s avonds | € 8,16 |
een lunch | € 8,42 |
een avondmaaltijd | € 21,12 |
logies | € 85,39 |
een ontbijt | € 8,43 |
Onder de werkkostenregeling worden voornoemde bedragen voor binnenlandse dienstreizen aangewezen als een gerichte vrijstelling.
Voor zover u meer vergoedt, kunt u de vergoeding tot het individuele loon van de werknemer rekenen of aanwijzen als eindheffingsbestanddeel in de vrije ruimte. Voor 2015 bedraagt de vrije ruimte 1,2% van de loonsom. Als de eindheffingsbestanddelen meer bedragen dan de vrije ruimte is daadwerkelijk 80% eindheffing verschuldigd.