Sinds de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer op 27 maart 2017 is gepubliceerd in het Staatsblad en per 1 april 2017 is ingegaan, loopt zowel de Belastingdienst als de adviespraktijk aan tegen verschillende praktische zaken. De afkoop van het pensioen in eigen beheer, indien er ook (een) stamrecht(en) op de balans van dezelfde vennootschap staat, is één van die praktische zaken, waar wij in dit artikel onze aandacht op vestigen.
Effect lijfrentevoorziening
Tot voor kort was het onduidelijk welk effect een lijfrente(- of stamrecht)voorziening in eigen beheer had op de mogelijkheid om het pensioen in eigen beheer af te kopen. Indien de B.V. genoeg middelen liquide heeft of kan maken, om (de waarde in het economisch verkeer van) de lijfrenteverplichting ineens af te storten bij een bank of verzekeraar, kan dit de afkoop van het pensioen in eigen beheer vanzelfsprekend niet worden tegengeworpen.
Echter, indien de B.V. hiervoor niet voldoende middelen heeft, hield de adviespraktijk er tot voor kort rekening mee dat in het slechtste geval 72% inkomstenbelasting over de waarde in het economische verkeer van de lijfrenteverplichting verschuldigd was indien, na afkoop van het pensioen, (de waarde in het economisch verkeer van) de lijfrenteverplichting niet meer zou kunnen worden afgestort. Dit was gebaseerd op een arrest van de Hoge Raad uit 2012.
In Vraag & Antwoord 17-001, d.d. 010417 heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (hierna: CAP) hierover duidelijkheid gegeven.
In beginsel zijn de hierboven geschetste gevolgen van afkoop van pensioen in een B.V. met een lijfrenteverplichting en te weinig (liquide) middelen door het CAP bevestigd. Daarbij is één uitzondering geformuleerd, en wel wanneer de middelen van de B.V. naar evenredigheid worden toegedeeld aan de verschillende (pensioen- en lijfrente)verplichtingen.
Het CAP noemt hierbij als voorbeeld de situatie dat de WEV (waarde in het economisch verkeer) van de pensioen- en lijfrenteverplichting exact gelijk zijn.
Kapitaal in B.V. storten
Volgens ons biedt dit echter ook de mogelijkheid om, indien de wens om het pensioen af te kopen zo sterk is dat men deze optie wil gebruiken, om zoveel kapitaal in de B.V. bij te storten (of in een enkel geval zelfs terug te laten betalen), dat de verhouding van de voor afkoop gebruikte bezittingen ten opzichte van de totale bezittingen gelijk is aan de verhouding van de waarde in het economisch verkeer van de af te kopen pensioenverplichting ten opzichte van het totaal aan de verplichtingen van de B.V.
Indien u van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, zijn wij u graag van dienst bij de berekening van het in de B.V. bij te storten (of terug te laten betalen) bedrag. Wij adviseren wel om dit, gezien de complexiteit, altijd af te stemmen met de Belastingdienst.