LTO Nederland heeft afspraken gemaakt met de Belastingdienst over de toepassing van de cafetariaregeling binnen de agrarische sector. Deze regeling geldt voor seizoenarbeiders met een woonplaats buiten Nederland die in Nederland verblijven en werkzaam zijn onder de agrarische cao’s.
Onder seizoenarbeider wordt in dit geval verstaan een werknemer die voor maximaal negen maanden per jaar in Nederland arbeid komt verrichten. Een piekarbeider valt binnen dit begrip ook onder de seizoenarbeider. LET OP: de betekenis van het begrip seizoenarbeider binnen de cao Open Teelten is anders dan binnen de cafetariaregeling.
De eerdere afspraken van LTO inzake de toepassing van de cafetariaregeling maakten het mogelijk om overuren uit te ruilen voor een gelijk bedrag aan onbelaste onkostenvergoeding. Vanaf 1 januari 2018 is de Wet Minimumloon aangepast. Vanaf dit moment is het verplicht om overuren en meeruren tegen minimaal het wettelijk minimumloon uit te betalen. Door deze wetswijziging dient hier ook vakantietoeslag over berekend te worden. Omdat seizoenarbeiders veelal tegen het wettelijk minimumloon verloond worden, werd de cafetariaregeling in eerste instantie ver ingeperkt.
Nieuwe afspraken vanaf 2018
Door de afstemming van LTO Nederland met de Belastingdienst blijft het mogelijk om de cafetariaregeling toe te passen. Alle loonbestanddelen boven het wettelijk minimumloon mogen uitgeruild worden. Dit betekent dat de volledige vakantietoeslag, de bovenwettelijke vakantiedagen, de toeslag van 20,7% voor piekarbeiders, het loon boven het wettelijk minimumloon en eventuele bonussen en (overwerk)toeslagen gebruikt mogen worden als loon om uit te ruilen. De nieuwe afspraken gelden van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2019. In de nieuwe afspraken zijn ook de bedragen voor de kosten van levensonderhoud geactualiseerd. De inhoud van deze afspraken kunt u terugvinden in de door LTO geactualiseerde brochure van de cafetariaregeling.
Rekenvoorbeelden
Wanneer een Poolse piekarbeider vier weken 48 uur per week werkt tegen het wettelijk minimumloon (€ 9,59), dan zou het totale brutoloon inclusief de 20,7% toeslag neerkomen op een brutobedrag van € 2.222,43. Het wettelijk minimumloon op basis van 48 uur per week bedraagt per vier weken € 1.841,28. Dit betekent dat er in dit geval € 381,15 (€ 2.222,43 – € 1.841,28) gebruikt kan worden om uit te ruilen binnen een periode van vier weken. Na uitruil bedragen de loonkosten € 13,49 per uur (in 2017 was dit € 13,24 per uur).
Wanneer een seizoenarbeider (volgens de definitie van de cao Open Teelten) vier weken 48 uur per week werkt tegen het wettelijk minimumloon (€ 9,59) en periodiek de vakantiedagen en vakantietoeslag laat uitbetalen, komt het totale brutoloon op € 2.144,36 per maand. Van dit totale brutoloon mogen de bovenwettelijke vakantiedagen (1,92%) en vakantietoeslag gebruikt worden voor de uitruil. Voor de seizoenarbeider mag er in dit voorbeeld maximaal € 191,42 uitgeruild worden. De loonkosten komen hiermee op een bedrag van € 14,16 per uur (in 2017 was dit € 13,24 per uur).
Wanneer seizoenarbeiders niet conform het wettelijk minimumloon worden verloond, maar bijvoorbeeld tegen loonschaal B, trede 1 (€ 10,10 in de cao Open Teelten), dan mag het meerdere van € 0,51 per uur ook worden gebruikt om uit te ruilen.
De uitruilmogelijkheden voor een seizoenarbeider binnen de cao Glastuinbouw zijn iets ruimer dan binnen de cao Open Teelten. Dit komt doordat de cao Glastuinbouw een vakantietoeslag van 8,33% kent (cao Open Teelten 8,25 %). Ook is het aantal bovenwettelijke vakantiedagen hoger binnen deze cao. Het percentage bovenwettelijke vakantiedagen komt binnen de cao Glastuinbouw neer op 2,11 % (cao Open Teelten 1,92 %).
Cafetariaregeling en de WKR
De toepassing van de cafetariaregeling hoeft niet voor nadelige gevolgen binnen de werkkostenregeling (hierna: WKR) te zorgen. Als de kosten die worden vergoed gericht zijn vrijgesteld onder de WKR, vallen deze namelijk niet binnen de zogenoemde “vrije ruimte” (1,2% van de fiscale loonsom). De uitruil van brutoloonbestanddelen kan echter wel de totale fiscale loonsom verminderen. Hierdoor wordt de vrije ruimte beperkter.
Cafetariaregeling en het LIV (het lage inkomensvoordeel)
Als u werknemers in dienst heeft die minimaal 1.248 uur in een kalenderjaar werken, komt u mogelijk in aanmerking voor de subsidie voor het LIV. De toepassing van de cafetariaregeling kan er echter voor zorgen dat het gemiddelde uurloon van de werknemer niet binnen de grenzen voor de subsidie van het LIV valt. Het is goed om te bekijken op welke manier het grootste voordeel is te behalen. Het LIV is een subsidie voor de werkgever. Van de cafetariaregeling profiteren zowel werkgevers als werknemers.
Wilt u weten of de cafetariaregeling binnen uw onderneming interessant kan zijn? Neem gerust contact met ons op. Wij kunnen voor u berekenen wat het mogelijke voordeel is voor u en voor uw werknemers.