Grondig verbouwd pand en ‘in wezen nieuwbouw’
In de eerste zaak ging het om de vraag of een grondig verbouwd pand, waarbij forse investeringen waren verricht, leidde tot ‘in wezen nieuwbouw’, waardoor nieuw vervaardigd onroerend goed was ontstaan. Wij verwijzen voor een nadere toelichting op deze zaak graag naar ons eerdere nieuwsartikel.
In het geval sprake is van ‘in wezen nieuwbouw’ is de levering van het pand belast met btw en geldt een (samenloop)vrijstelling in de overdrachtsbelasting. De advocaat-generaal heeft in deze zaak geconcludeerd dat de verbouwing niet zo ingrijpend is geweest dat dit kon leiden tot ‘in wezen nieuwbouw’, ondanks dat sprake was van forse investeringen. De advocaat-generaal sluit met haar conclusie aan bij eerdere arresten van de Hoge Raad waaruit blijkt dat alleen wijzigingen in de bouwkundige constructie kunnen rechtvaardigen dat een verbouwing zo ingrijpend is geweest dat sprake is van ‘in wezen nieuwbouw’. De Hoge Raad heeft recent in deze zaak geoordeeld dat zij van oordeel is dat de Nederlandse invulling van het begrip ‘in wezen nieuwbouw’ overeenstemming is met de btw-richtlijn .
Terrein met nieuw aangelegde fundering is bouwterrein
Daarnaast is er een zaak geweest bij het Hof van Justitie over de vraag of de levering van een terrein met een nieuw aangelegde fundering voor woningen moest worden gezien als de levering van een nieuw gebouw of de levering van een bouwterrein. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat sprake was van de levering van een bouwterrein, omdat enkel de funderingen van woningbouw niet voor een ‘ingebruikneming’ in aanmerking kan komen. De funderingen kwalificeren dus niet als een gebouw. Deze uitspraak heeft niet direct een grote impact op de Nederlandse praktijk aangezien zowel de levering van een nieuw gebouw als de levering van een bouwterrein belast is met btw. Daarom lijkt deze uitspraak geen grote impact te hebben op de Nederlandse praktijk. Vraag is wel of en in hoeverre de gedachtegang uit dit arrest, dat van een gebouw pas sprake is als het als zodanig is te gebruiken, naast de bouwfase ook van toepassing is in de sloopfase. In sloopsituaties heeft dit namelijk wel daadwerkelijk een impact aangezien de levering van een ‘oud’ gebouw vrijgesteld is van btw-heffing en de levering van een bouwterrein btw-belast is. Vooralsnog is niet duidelijk hoe de Belastingdienst zal omgaan met dit arrest in sloopsituaties.
Relevantie voor de praktijk
In welke fase een vastgoedproject zich bevindt (oud gebouw, bouwterrein of nieuw gebouw) en welke gevolgen dit heeft voor de btw blijft een zeer feitelijke aangelegenheid en moet per situatie worden beoordeeld. Zo blijkt ook maar weer uit bovenstaande rechtspraak.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: btwadviesgroep@vanoers.nl.
Algemeen - Contact
Neem contact op met Van Oers
Vul hier uw gegevens in en wij nemen binnen 2 werkdagen contact met u op!