Casus
Een ondernemer voor de btw gaat per 1 juli 2010 een huurovereenkomst aan voor een bedrijfsruimte en parkeerplaatsen. Bij die verhuur is geopteerd voor btw belaste verhuur. De verhuurder wil de bedrijfsruimte verkopen. Daarom zijn de ondernemer en verhuurder in onderling overleg tot beëindiging van de huurovereenkomst gekomen. Daarbij is bedongen dat de huurder recht heeft op een afkoopsom van € 250.000. De ondernemer heeft geen omzetbelasting aangegeven over de ontvangen afkoopsom. Daarom heeft de Belastingdienst een naheffingsaanslag opgelegd en een verzuimboete.
Totstandkoming geschil bij de rechtbank
De oplettende lezer kan zich afvragen waarom bovengenoemde casus überhaupt heeft kunnen leiden tot een procedure bij de rechtbank. Heersende leer op basis van (Europese) jurisprudentie, dat overigens in besluitvorming is vastgelegd, is dat in casu btw is verschuldigd over de ontvangen afkoopsom. De regel is dan ook in feite: als de huur belast is met btw, dan is de afkoopsom ook belast met btw. Reden waarom dit geschil toch bij de rechtbank is gekomen, komt door het feit dat belanghebbende de Europese jurisprudentie waarop het huidige Nederlandse beleid is gestoeld, anders meent te kunnen uitleggen. In geschil bij rechtbank Zeeland-West-Brabant is dus toch of de naheffingsaanslag en verzuimboete terecht zijn opgelegd.
Uitspraak rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit Europese jurisprudentie dat als de aanvankelijk overeengekomen verhuur belast was en de huurder en verhuurder zijn overeengekomen de huurovereenkomst te ontbinden tegen betaling van een afkoopsom, die afkoopsom op dezelfde wijze moet worden behandeld als de vergoeding voor de aanvankelijk overeengekomen prestatie. Dat betekent dat in dit geval de afkoopsom net als de aanvankelijk overeengekomen verhuur van het gebouw en de parkeerplaatsen aan omzetbelasting is onderworpen. Steun voor de uitleg vindt de rechtbank ook in een arrest van de Hoge Raad. Ook heeft belanghebbende volgens de rechtbank geen pleitbaar standpunt. Naar het oordeel van de rechtbank kon belanghebbende, gelet op de stand van de jurisprudentie en de heersende leer, niet redelijkerwijs menen dat hij in zijn situatie ter zake van de afkoopsom geen omzetbelasting verschuldigd was. De verzuimboete boete blijft hiermee, eveneens als de naheffingsaanslag, in stand.
Meer informatie?
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze specialisten. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: btwadviesgroep@vanoers.nl.
Algemeen - Contact
Neem contact op met Van Oers
Vul hier uw gegevens in en wij nemen binnen 2 werkdagen contact met u op!