Versnipperd beeld
Sinds het Europese arrest ‘DTZ Zadelhoff’ van 5 juli 2012, is in de praktijk de discussie ontstaan over de vraag of (en in hoeverre) adviseurs de btw-vrijstelling moeten toepassen op hun diensten in het kader van de ‘advisering omtrent en begeleiding van aandelentransacties’. Er is een versnipperd beeld ontstaan, waarbij in sommige gevallen volledig met 21% btw wordt gefactureerd, soms alleen de maandelijkse retainer fees belast worden met btw, en in andere gevallen op de volledige dienstverlening de btw-vrijstelling wordt toegepast. Niet echt een ‘level playing field’ dus. Zeker niet omdat de aftrek van btw over deze kosten vaak een discussiepunt is. Zie in dat kader ook ons artikel over Aandelenoverdracht en btw.
De recent gepubliceerde stukken geven een aardig inzicht in de zienswijze van de Belastingdienst. Wat valt op?
Memo van 26 juni 2017
In een interne memo van 26 juni 2017, dat is besproken in het Landelijk Vaktechnisch Overleg OB, gaat het om een overeenkomst voor de begeleiding van een verkoop van aandelen, waarin de volgende fases zijn onderkend:
- Fase 1: Voorbereiding (opstellen informatiememorandum, inrichten dataroom etc).
- Fase 2: Benadering van potentiële kopers.
- Fase 3: Due diligence, onderhandelingen en afwikkeling.
De vergoeding bestaat uit twee delen: een retainer fee, en een succesfee. In deze memo neemt de Belastingdienst het standpunt in dat de begeleiding van de aandelentransactie in dit geval gezien moet worden als één prestatie, waarop dus maar één btw-regime van toepassing kan zijn. Omdat het kenmerkende en essentiële element van de prestatie het ondersteunen en bijstaan van de cliënt in het proces is, is geen sprake van de bemiddeling bij een aandelentransactie. De btw-vrijstelling is volgens de memo dus niet van toepassing. Overigens is uit de gepubliceerde stukken niet geheel duidelijk in hoeverre de memo daadwerkelijk de mening van het LVO weergeeft.
Memo van 1 juni 2018
Dat de discussie nog altijd springlevend was, blijkt uit het feit dat er op 1 juni 2018 een concept memo is geschreven waarin een compleet ander standpunt wordt ingenomen. Ten aanzien van een sterk vergelijkbare situatie als in de memo van 26 juni 2017 neemt de Directie Vaktechniek nu het standpunt in dat sprake is van één prestatie, die geheel onder de btw-vrijstelling valt. De dienstverlening van de adviseur is er immers op gericht dat verkoper en koper een overeenkomst sluiten inzake de verkoop van de onderneming, in de vorm van een aandelenoverdracht.
Verder wordt in de memo opgemerkt dat voor deze conclusie van belang is dat de dienstverlening als één pakket wordt aangeboden. Dat klinkt logisch. Als de dienstverlening (in eerste instantie) enkel het opstellen van het informatiememorandum en andere voorbereidingshandelingen omvat, is nog geen sprake van bemiddeling en is de dienstverlening dus btw-belast.
Ook vermeldt de memo dat het voor de toepassing van de btw-vrijstelling geen belemmering is als de verkoper en koper al met elkaar in gesprek zijn voordat zij de adviseur inschakelen. De adviseur moet dan wel betrokken worden bij de onderhandelingen, en zijn diensten moeten erop zijn gericht om partijen (dichter) bij elkaar te brengen en de verkoop te realiseren. Mocht de verkoop uiteindelijk niet doorgaan, dan heeft dat volgens de memo geen gevolgen voor de toepassing van de btw-vrijstelling.
Uit de stukken is overigens niet duidelijk of deze memo ongewijzigd definitief is geworden. Desondanks geeft de memo een heel aardige inkijk in de zienswijze van de Belastingdienst.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze adviseurs. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: info@vanoers.nl.
Algemeen - Contact
Neem contact op met Van Oers
Vul hier uw gegevens in en wij nemen binnen 2 werkdagen contact met u op!