Achtergrond
In btw-vrijgestelde sectoren, zoals het onderwijs, kan de heffing van btw op het ter beschikking stellen van personeel een aanzienlijke extra kostenpost zijn. Dit komt doordat de btw hierop niet aftrekbaar is en dus als kostenpost drukt op de inlener. Om dit te verhelpen is het besluit ‘ter beschikking stellen van personeel’ in het leven geroepen. Dit besluit verduidelijkt situaties waarin personeel bij andere organisaties werkzaamheden kan verrichten zonder dat btw-heffing optreedt en beschrijft een aantal goedkeuringen en vrijstellingen voor enkele btw-vrijgestelde sectoren, waaronder dus de onderwijssector.
De belangrijkste wijzigingen
Het geactualiseerde besluit van 15 juni 2024 bevat enkele belangrijke wijzigingen, waaronder:
- Enkele situaties waarin geen btw-heffing optreedt vanwege de contractuele inrichting: Het besluit vermeldt nu een drietal voorbeelden van situaties waarin geen btw-heffing optreedt bij het uitlenen van personeel vanwege de contractuele inrichting:
- Er wordt geen vergoeding in rekening gebracht. Hierbij merken wij op dat btw-heffing wel kan optreden als sprake is van ruiling van prestaties (bartering).
- Het personeelslid sluit meerdere arbeidsovereenkomsten met meerdere partijen
- Er wordt gewerkt met een pot- of poolovereenkomst, waarbij de werknemer een gezamenlijke arbeidsovereenkomst met meerdere partijen heeft gesloten en de brutoloonkosten vanaf een gezamenlijke bankrekening worden betaald, en vooraf is vastgelegd welk deel van de loonkosten voor rekening van iedere partij komt.
- Fiscale eenheid en Kosten voor gemene rekening: het besluit vermeldt nu ook dat btw-heffing achterwege kan blijven bij het uitlenen van personeel binnen een fiscale eenheid btw, en bij toepassing van het leerstuk van kosten voor gemene rekening. Voor beide situaties wordt ingegaan op de specifieke voorwaarden waaraan moet zijn voldaan, om de btw-heffing achterwege te laten.
- Verduidelijking van ‘nauw samenhangende prestaties’: Diensten die nauw samenhangen met onderwijs, vallen ook onder de onderwijsvrijstelling. De terbeschikkingstelling van personeel kan daaronder vallen. Daarvoor moet de terbeschikkingstelling van het personeel wel onontbeerlijk zijn voor het verzorgen van onderwijs. Voorbeelden van onontbeerlijk personeel zijn directeuren van basisscholen die aan andere basisscholen worden uitgeleend, vakinhoudelijke ondersteuners, en ambulante begeleiders die kinderen met een functiebeperking in de klas begeleiden. Nieuw is dat het besluit nu vermeldt dat ondersteunende werkzaamheden op facilitair, financieel en administratief gebied niet onontbeerlijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs.
Relevantie voor de onderwijssector in de praktijk
Met dit geactualiseerde besluit heeft de staatssecretaris verduidelijkt in welke situaties het mogelijk is om btw-heffing achterwege te laten bij het uitlenen van personeel. Voor de praktijk is het prettig dat deze extra duidelijkheid is verschaft. Zo kunnen organisaties in btw-vrijgestelde sectoren beter bepalen of zij met ongewenste btw-heffing te maken krijgen bij het inlenen of uitlenen van personeel.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Wilt u weten wat dit voor u betekent? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: btwadviesgroep@vanoers.nl .
