Conclusie A-G Hof van Justitie EU
De onderliggende zaak had betrekking op het verrichten van bemiddelingsdiensten bij de verkoop van onroerend goed, hetgeen aan te merken is als een eenmalige (niet doorlopende) prestatie. Tussen partijen werd overeengekomen dat de vergoeding in jaarlijkse termijnen betaald mocht worden. Op de vervaldag van elke termijn werd de verschuldigde btw gefactureerd en afgedragen aan de Belastingdienst. Uit de conclusie van de A-G volgt dat bij een dergelijke eenmalige prestatie voor het tijdstip waarop btw moet worden afgedragen, de betalingen niet relevant zijn maar het moment waarop de prestatie is verricht. In dit geval had de btw ter zake van de volledige vergoeding dus afgedragen moeten worden in het tijdvak waarin de prestatie was verricht.
Gevolgen praktijk
Indien in het kader van niet doorlopende prestaties met de afnemer wordt overeengekomen dat de vergoeding in termijnen betaald mag worden, moet de btw over de volledige vergoeding afgedragen worden in het tijdvak waarin die prestatie is verricht. De afgesproken betaaltermijnen zijn dus niet relevant.
NB bij vooruitbetalingen is dit anders. Termijnen die betaald worden vóórdat de prestatie is verricht, leiden in beginsel op dat moment al tot verschuldigdheid van btw.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van deze statusupdate? Of wilt u weten wat dit voor uw situatie betekent? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: btwadviesgroep@vanoers.nl.