Wat nu?
De uitspraak van de Hoge Raad geeft nog niet op alle vragen helderheid en onduidelijk is nog hoe en wanneer de betreffende belastingjaren door de Belastingdienst zullen worden afgewikkeld.
Vanuit het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst zullen nadere instructies volgen.
Klanten van Van Oers hoeven nu geen directe actie te ondernemen. Van Oers zorgt dat voor binnenkomende definitieve aanslagen inkomstenbelasting met box 3 vermogen de formele bezwaartermijnen worden veiliggesteld.
Achtergrond: eerdere uitspraken en wetswijzigingen
Op 24 december 2021 besloot de Hoge Raad dat het toen geldende box 3 stelsel een inbreuk vormde op het discriminatieverbod van artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en de bescherming van het eigendomsrecht in artikel 1 van het Eerste Protocol (EP) bij dat verdrag. Deze inbreuk is er wanneer het werkelijke rendement lager is dan het forfaitair vastgestelde rendement.
Naar aanleiding van deze uitspraak trad de Wet rechtsherstel box 3 (Herstelwet) in werking, die geldt voor de jaren 2017 tot en met 2022. Voor latere jaren is de Overbruggingswet box 3 van toepassing. De Hoge Raad heeft nu beslist dat zowel de Herstelwet als de Overbruggingswet in strijd zijn met het discriminatieverbod in combinatie met de bescherming van het eigendomsrecht, indien het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. De Hoge Raad stelt dat in deze situaties aanvullend rechtsherstel moet plaatsvinden en dat de verschuldigde inkomstenbelasting box 3 slechts mag worden berekend over het werkelijke rendement.
Berekening rendement
De Hoge Raad geeft met het oog op de rechtszekerheid ook een aantal rechtsregels om te bepalen hoe het werkelijk rendement berekend moet worden.
- Om te bepalen wat het werkelijke rendement is moet het gehele vermogen (inclusief banktegoeden) zonder aftrek van het heffingsvrije vermogen in box 3 worden meegenomen.
- Bij de bepaling van het werkelijke rendement wordt geen rekening gehouden met inflatie en wordt geen rekening gehouden met rendementen in andere jaren.
- Voor de bepaling van het werkelijke rendement dient ook rekening te worden te gehouden met positieve en negatieve waardeveranderingen van de vermogensbestanddelen. Het gaat hierbij dus om gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen.
- Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de forfaitaire berekeningsmethode van de wetgever worden kosten niet in aanmerking genomen bij de berekening van het werkelijk rendement, tenzij het gaat om rente van schulden.
De Hoge Raad heeft daarnaast aangegeven dat de Belastingdienst bij de vermindering van de aanslag box 3 in principe geen rente hoeft te vergoeden.
Toekomst box 3?
In de toekomst zal het box 3 systeem wijzigen. Lees hier ons nieuwsbericht over het op 19 juni 2024 naar de Raad van State gestuurde wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 dat mogelijk op 1 januari 2027 in werking treedt.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met onze specialisten, zij helpen u graag verder. Neem contact op via onderstaande button of per mail: info@vanoers.nl.
Algemeen - Contact
Neem contact op met Van Oers
Vul hier uw gegevens in en wij nemen binnen 2 werkdagen contact met u op!