Terugblik
In ons laatste artikel deelden we dat het Hof van Justitie begin 2023 in een Poolse zaak uitspraak heeft gedaan waaruit blijkt dat de verkoop van een verhuurd pand, een winkelcentrum, kan worden aangemerkt als de overdracht van (een gedeelte van) een onderneming als gevolg waarvan geen btw is verschuldigd over de koopsom. Deze uitspraak was een welkome ontwikkeling voor projectontwikkelaars of andere belastingplichtigen die onroerend goed in verhuurde staat verkopen. En dat is het overigens nog steeds. In dit artikel legden wij daarnaast het verband met een tweetal Nederlandse procedures.
In mei 2022 deed het Hof uitspraak in twee procedures betreffende de overdracht van verhuurd onroerend goed (zie ook ons eerdere artikel). Het Hof oordeelt dat in beide procedures sprake is van de overdracht van een onderneming in de zin van artikel 37d Wet OB 1968. Waar de inspecteur waarde toekent aan de intentie van verkoper (bij een intentie tot verkoop geen overdracht van een onderneming), is die intentie (verkopen dan wel verhuren) volgens het Hof niet relevant. In deze twee procedures is cassatie ingesteld. Onze verwachting was en is nog steeds dat, gezien het arrest van het Hof van Justitie, de Hoge Raad beide procedures zal afdoen in lijn met het oordeel van het Hof.
Update
Onze verwachting, zoals hiervoor genoemd, wordt nog meer bevestigd door een recente conclusie van de Advocaat-Generaal (hierna: A-G). De rol van de A-G is het geven van onafhankelijk advies over rechtsvragen. De A-G adviseert de Hoge Raad om de uitspraak van het gerechtshof Arnhem–Leeuwarden van mei 2022 te bevestigen en de bezwaren van de staatssecretaris ongegrond te verklaren. Het oordeel is nu aan de Hoge Raad.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Wilt u weten wat dit voor u betekent? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met onze btw-adviesgroep. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail:Â btwadviesgroep@vanoers.nl.
