Deliveroo-bezorgers zijn (toch) werknemers
De kantonrechter vindt dat er sprake is van een arbeidsrelatie. De aard van het werk en de rechtsverhouding tussen partijen is sinds 2018 namelijk niet zodanig gewijzigd dat geen sprake meer is van een gezagsverhouding. Wat betreft de vraag of er een verplichting is om arbeid te verrichten overweegt de kantonrechter dat de bezorgers weliswaar zelf kunnen bepalen of zij een opdracht aannemen, maar bezorgers ondervinden wel nadeel bij weigering of het minder vaak beschikbaar zijn bij het ontvangen van toekomstige bezorgdiensten en het behalen van bonussen. Hierdoor is de vrijheid van de bezorgers om al dan niet een opdracht aan te nemen feitelijk veel minder groot dan contractueel lijkt.
Ook de mogelijkheid van de bezorgers om zich vrijelijk te laten vervangen staat niet in de weg aan het aannemen van een gezagsverhouding. In de eerste plaats kan Deliveroo hetzelfde gezag op de vervanger uitoefenen. Tevens is voor vervanging voorafgaande toestemming van Deliveroo vereist. Bovendien is het recht van de bezorgers om zich te laten vervangen in de praktijk inhoudsloos, omdat de tijd tussen het moment van aannemen van de bezorgopdracht en het daadwerkelijk bezorgen zo kort is dat er van de mogelijkheid tot vervanging geen gebruik kan worden gemaakt. Dit is alleen anders indien een gehele dienst wordt overgenomen.
Ook bestaat er weinig tot geen ruimte voor onderhandeling over de beloning. Kortom, de kantonrechter komt tot het oordeel dat de aard van het werk en de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers sinds begin 2018 niet zodanig wezenlijk zijn gewijzigd dat niet langer sprake is van een arbeidsrelatie.
CAO Beroepsgoederenvervoer van toepassing
Volgens de kantonrechter is de CAO Beroepsgoederenvervoer van toepassing op de arbeidsovereenkomsten. De bezorging van maaltijden van Deliveroo moet worden gekwalificeerd als vervoer van goederen over de weg en valt daarmee onder de CAO Beroepsgoederenvervoer. Dit heeft tot gevolg dat Deliveroo de CAO met terugwerkende kracht moet naleven.
Rechtsonzekerheid blijft voortbestaan
Op 23 juli 2018 kwam een andere kantonrechter in een Deliveroo-zaak tot het oordeel dat er geen sprake was van een arbeidsrelatie. In die specifieke zaak hechtte de kantonrechter met name belang aan wat partijen onderling schriftelijk hadden afgesproken, terwijl de kantonrechter in de uitspraak van 15 januari 2019 keek naar de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers in het algemeen, en juist meer belang hechtte aan de feitelijke uitvoering van de overeenkomst.
Ook na de uitspraken van 15 januari 2019 blijft de rechtsonzekerheid over de status van platformwerkers voortbestaan. Deliveroo heeft aangekondigd in hoger beroep te zullen gaan. Daarnaast heeft FNV aangekondigd procedures te zullen starten tegen andere platform-bedrijven zoals Helpling (schoonmaak) en Uber-Eats (bezorgdienst). Er zullen dus op korte termijn nieuwe uitspraken volgen.