Het UWV beoordeelt bij de indiening van de WIA-aanvraag niet alleen of de zieke werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, maar ook of het re-integratiedossier op orde is en of de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Dit wordt beoordeeld door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van het UWV en wordt ook wel de RIV-toets genoemd. Komt het UWV, na beoordeling van het re-integratieverslag, tot de conclusie dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, dan legt het UWV eigenlijk standaard een loonsanctie van 52 weken op.
Advisering bedrijfsarts voor rekening en risico van werkgever
Bij de re-integratie van een zieke werknemer moet de werkgever zich verplicht laten bijstaan door een bedrijfsarts. Het komt regelmatig voor dat het UWV van mening is dat de werkgever zich verkeerd heeft laten adviseren door de bedrijfsarts. Dit is wrang. Niet alleen omdat een bedrijfsarts verplicht is gesteld maar ook omdat de werkgever vaak volledig afgaat op de deskundigheid van de eigen bedrijfsarts.
Uitgangspunt van het UWV is dat eventuele onjuiste advisering door de bedrijfsarts volledig voor rekening en risico komt van de werkgever. Dit is ook door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. Ondanks zulke uitspraken van de Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechterlijke instantie in Nederland op het gebied van de sociale zekerheid – is het niet zo dat werkgevers altijd moeten boeten voor een verkeerd advies van de bedrijfsarts.
Vertrouwen in bedrijfsarts wordt niet altijd beboet
In een (nog) niet gepubliceerde zaak oordeelde een rechter onlangs dat een werkgever geen loonsanctie hoefde te betalen nadat hij het advies van zijn bedrijfsarts ‘te goeder trouw’ had opgevolgd. De verzekeringsarts van UWV had bij de RIV-toets vastgesteld dat de bedrijfsarts de belastbaarheid van de werknemer niet goed had ingeschat en dat het onjuiste advies voor rekening en risico van de werkgever kwam. De rechter oordeelde echter dat de werkgever geen reden had om aan het advies van de bedrijfsarts te twijfelen. Bovendien kon UWV niet onderbouwen wat de werkgever redelijkerwijs nog meer had kunnen doen.
Anders gezegd: omdat de werkgever te goeder trouw was geweest en UWV haar beslissing onvoldoende had gemotiveerd werd het beroep van de werkgever tegen de loonsanctie gegrond verklaard.
Wetsvoorstel maakt advies van bedrijfsarts leidend
Bij de Tweede Kamer ligt een wetsvoorstel dat het advies van de bedrijfsarts leidend wordt bij de RIV-toets. Dit maakt een einde aan loonsancties vanwege een verschil van inzicht tussen de verzekeringsarts en de bedrijfsarts. Het wetsvoorstel treedt op zijn vroegst in werking per 1 juli 2023.
Werkgevers die een loonsanctie krijgen vanwege een (vermeend) onjuist advies van de bedrijfsarts hoeven echter niet te wachten tot invoering van het wetsvoorstel. Op grond van recente rechtspraak kan het lonen om bezwaar en zo nodig beroep in te stellen tegen zo’n loonsanctie.
Meer informatie
Heeft u vragen over dit artikel? Neem dan contact op met onze specialisten. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: info@vanoers.nl.
Algemeen - Contact
Neem contact op met Van Oers
Vul hier uw gegevens in en wij nemen binnen 2 werkdagen contact met u op!