Vanoers.nlHR SolutionsRe-integratie zieke werknemer, de RIV-toets en geen benutbare mogelijkheden

Re-integratie zieke werknemer, de RIV-toets en geen benutbare mogelijkheden 

Reintegratie zieke werknemer

Het re-integreren van een zieke medewerker is en blijft in veel gevallen een lastige opgave. In geval van ziekte of arbeidsongeschiktheid zijn zowel de werkgever als de werknemer verplicht om samen een goed re-integratie traject te doorlopen. Maar wanneer is het doorlopen re-integratie traject goed uitgevoerd? Doordat een werkgever voor de vormgeving van het re-integratie traject afhankelijk is van de adviezen van de bedrijfsarts en daar niet zomaar eigenhandig vanaf mag wijken, maakt dit dat werkgevers onzeker zijn over de vraag of zij een loonsanctie opgelegd krijgen. Met name in die situaties waarin er nauwelijks tot geen re-integratie mogelijkheden zijn volgens de bedrijfsarts.

RIV-toets na 104 weken ziekte

In de huidige situatie volgt de werkgever het oordeel van de bedrijfsarts bij de begeleiding en re-integratie van de zieke werknemer. Werkgevers zijn wettelijk verplicht om die begeleiding via een bedrijfsarts te laten lopen. Als het re-integratieprogramma van de bedrijfsarts niet tot een betermelding leidt, doet de werknemer aan het eind van het traject (na 104 weken ziekte) een aanvraag voor een WIA-uitkering. Dan volgt een RIV-toets (RIV = re-integratieverplichting).

Nu: oordeel verzekeringsarts leidend

Bij die RIV-toets kijkt UWV of de werkgever zich – met hulp van de bedrijfsarts – voldoende heeft ingespannen voor de re-integratie van de werknemer. Een arbeidsdeskundige voert de toets en waar nodig een verzekeringsarts. De verzekeringsarts kan van mening zijn dat de werknemer medisch gezien meer belastbaar is en dat de inspanningen onvoldoende waren. De werkgever krijgt dan een loonsanctie opgelegd. Het oordeel van de verzekeringsarts is nu dus leidend.

Wetsvoorstel RIV-toets: mening bedrijfsarts leidend

Een wetsvoorstel over de RIV-toets is reeds in 2020 naar de Tweede Kamer gezonden maar door het demissionaire kabinet Rutten III in maart 2021 controversieel verklaard. Het voorstel is doorgeschoven naar het nieuwe kabinet Rutten IV. Het is dus de vraag of en zo ja, wanneer het doorgaat. Als de wet wordt aangenomen, wordt bij de RIV-toets alleen nog gekeken naar het re-integratieverslag van de werkgever.

Een arbeidsdeskundige beoordeelt dan of de re-integratie-inspanningen passend zijn bij het medisch advies en de medische beoordeling van de bedrijfsarts. De verzekeringsarts zal als gevolg van het wetsvoorstel niet langer zelf een medisch oordeel geven over de belastbaarheid van de werknemer bij de toetsing van het re-integratietraject. De mening van de bedrijfsarts wordt dus leidend.

Met het wetsvoorstel zal een verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en verzekeringsarts over de belastbaarheid van de werknemer niet langer leiden tot het opleggen van een loonsanctie. De werkgever zal mogen vertrouwen op het oordeel van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer. Hierdoor wordt het voor werkgevers minder onzeker of wel voldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht en of een loonsanctie zal worden opgelegd.

Tot de eventuele invoering van het wetsvoorstel over de RIV-toets blijft het in ieder geval van belang het medisch advies en de medische beoordeling van de bedrijfsarts kritisch te volgen.

Geen benutbare mogelijkheden

In de praktijk komt het regelmatig voor dat een bedrijfsarts bij werknemers (te lang) aanneemt dat er geen benutbare mogelijkheden voor de werknemer zijn en de werknemer dus niet in staat is om arbeid te verrichten. Bij geen benutbare mogelijkheden moet er echter behoorlijk wat aan de hand zijn. Het betekent in feite dat de werknemer niet meer zelfstandig kan functioneren en op medische gronden volledig arbeidsongeschikt (80-100%) wordt geacht.

Vanwege de zware criteria die UWV aan geen benutbare mogelijkheden stelt, zal hiervan niet snel sprake zijn. Mocht UWV van mening zijn dat aan deze zware criteria niet is voldaan dan zal zij een loonsanctie aan de werkgever opleggen. Om dit risico te verkleinen is het van belang om je als werkgever kritisch op te stellen tegenover de bedrijfsarts.

Is er inderdaad sprake van geen benutbare mogelijkheden of zie je als werkgever toch mogelijkheden om de werknemer aangepaste werkzaamheden te laten verrichten, al is het maar op termijn en al zijn de passende werkzaamheden nog zo marginaal. Het is namelijk zaak zodra er geen sprake meer is van geen benutbare mogelijkheden direct te beginnen met re-integreren. Het zal duidelijk zijn dat een goed en regelmatig contact met de bedrijfsarts onontbeerlijk is, zeker in deze situatie. Wanneer u het niet eens bent met de bedrijfsarts of aan zijn oordeel twijfelt, vraag dan tijdig een deskundigenoordeel aan bij UWV. Aan de hand van dat oordeel kan de re-integratie worden aangepast en kunnen kosten van een derde jaar loondoorbetaling als gevolg van een opgelegde loonsanctie worden voorkomen.

Hulp nodig?

Heeft u vragen over dit artikel? Neem dan contact op met onze loonadvies specialisten. U kunt contact opnemen via onderstaande button of per mail: loonadvies@vanoers.nl.

david van nassau
David van Nassau
Manager juridisch advies
Bekijk onze open-staande vacatures op Werken bij Van Oers.
  • icon
david van nassau
David van Nassau
Van Oers Loonadvies

Wilt u zeker zijn van een correcte en betrouwbare salarisadministratie?

Van Oers Loonadvies neemt deze verantwoordelijkheid graag van u over. Wij geven u graag advies op maat en bieden ondersteuning. Bijvoorbeeld op het gebied van loonadvies, salarisadministratie, arbeidsrecht, loonbelasting en sociale zekerheid.
Meer informatie
Loonadministratie zelf doen

Schrijf u in voor de nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

David van Nassau
David van Nassau | Manager juridisch advies
Wilt u meer informatie over dit onderwerp?
Neem contact op met onze specialisten via onderstaand telefoonnummer of e-mailadres. Zij helpen u graag verder!