Per 1 januari 2018 is de vrijstelling voor inhouding van dividendbelasting uitgebreid naar derde landen (onder voorwaarden en met een aanscherping van de antimisbuikbepalingen).
Ten aanzien van door Nederlandse entiteiten uitgekeerd dividend aan (een) niet in Nederland gevestigde ontvanger(s) is een meldplicht geïntroduceerd. Met deze meldplicht kan de Belastingdienst bepalen of de inhoudingsvrijstelling al dan niet terecht is toegepast.
De Nederlandse uitkerende entiteit dient binnen een maand na de uitkering aan deze meldingsplicht te voldoen. Hiervoor is door de Belastingdienst een formulier ‘Opgaaf Dividendbelasting’ opgesteld dat door de uitkerende entiteit dient te worden ingevuld en ingediend.
Riskeer geen boete
De Belastingdienst kan bij de inhoudingsplichtige nadere informatie opvragen over de gegevens die zijn gebruikt bij het toepassen van de inhoudingsvrijstelling. Hieronder vallen ook de gegevens die zien op de substance-eisen van het in het buitenland gevestigde dividend ontvangende lichaam. Indien de dividenduitkering niet tijdig wordt gemeld, kan dit leiden tot een boete van maximaal € 5.278.
Belastingplichtigen die zekerheid vooraf willen of waarbij de inhoudingsvrijstelling van toepassing is, kunnen dit vooraf afstemmen met de Belastingdienst. De staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dit vooroverleg te willen stimuleren. De specialisten van Van Oers International kunnen u helpen met vragen over de substance-eisen, met het opstellen van het formulier ‘Opgaaf Dividendbelasting’ of met het verkrijgen van zekerheid vooraf.