Hof van Justitie verplicht weigering bij misbruik
Dit werd duidelijk na een uitspraak op prejudiciële vragen van de Deense Rechter aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. In de uitspraak werd benadrukt dat de nationale autoriteiten de voordelen uit de Moeder-dochterrichtlijn móéten weigeren in geval van misbruik, ook wanneer geen anti-misbruikbepaling is opgenomen in de nationale wetgeving of het betreffende Verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing.
Dividenden onder Europese Moeder-dochterrichtlijn
In het voorliggende geval zijn de dochterondernemingen gevestigd in Denemarken en wordt dividend uitgekeerd aan moedervennootschappen, welke respectievelijk gevestigd waren in Luxemburg en Cyprus. Deze dividenden vallen in beginsel onder de EU Moeder-Dochter-richtlijn en zijn derhalve als zodanig vrijgesteld van de inhouding van dividendbelasting. De Deense belastingdienst oordeelde echter dat deze moedervennootschappen slechts doorstroomvennootschappen zijn voor vijf buiten de EU en niet in een verdragsland gevestigde beleggingsfondsen en de uiteindelijke gerechtigde maatschappij op Bermuda.
Inhoudingsvrijstelling bij misbruik situatie
Hieruit volgt dat Nederland de inhoudingsvrijstelling moet weigeren wanneer er sprake is van een “misbruik situatie”. Hiertoe dient onder meer nagegaan te worden of de dividendontvanger in het land waar zij gevestigd is de dividendgerechtigde is, en of zij aldaar daadwerkelijk voldoende economische activiteiten verricht en niet enkel een doorstroomvennootschap is. Kortom de structuur mag als zodanig niet zijn opgezet om belastingheffing te ontgaan of om een lager bronheffingstarief te bewerkstelligen.
Meer weten over de inhoudingsvrijstelling voor dividendbelasting?
Bent u als Nederlandse onderneming van plan dividend uit te keren naar een entiteit in het buitenland en twijfelt u of de inhoudingsvrijstelling voor de dividendbelasting van toepassing is neem dan contact op met een van onze international specialisten.