Inkomstenbelasting
Box 1
Verlaging aangrijpingspunt toptarief
Het toptarief in de inkomstenbelasting start bij een inkomen in box 1 van meer dan € 75.518 (2024). Voor 2025 is opgenomen dat men van plan is om het aangrijpingspunt van het toptarief te verlagen. Hierdoor vallen belastingplichtigen eerder onder het toptarief. In het hoofdlijnenakkoord wordt echter gesproken over een lastenverlichting op arbeid en verlaging van de maximale druk door invoering van bijvoorbeeld een extra schijf in de inkomstenbelasting.
Mkb-winstvrijstelling
In de voorjaarsnota is opgenomen dat de mkb-winstvrijstelling verder verlaagd wordt naar 12,03% in plaats van de afgesproken verlaging van 12,7%. In het hoofdlijnenakkoord is echter opgenomen dat deze verlaging geen doorgang zal vinden en de mkb-winstvrijstelling per 1 januari 2025 12,7% zal zijn.
Giftenaftrek
De giftenaftrek voor zowel de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting zal worden beperkt. Dit zal gefaseerd gebeuren, waarbij de eerste aanpassing in 2025 zal ingaan.
Met ingang van 2028 moet het onderscheid tussen verschillende soorten giften in de inkomstenbelasting verdwijnen.
Box 2
Tarief
Het box 2 tarief is per 1 januari 2024 verhoogd naar 33%. In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat het box 2 tarief per 1 januari 2025 verlaagd zal worden naar 31%.
Dubbeltelling excessief lenen
Bij personenvennootschappen lijdt de excessief lenen regeling in bepaalde situaties tot dubbeltellingen. Indien dit van toepassing is, is nu een beroep op de hardheidsclausule mogelijk. Deze hardheidsclausule wordt omgezet in wetgeving.
Bedrijfsopvolgingsregeling
Vorig jaar is al een aantal wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling in de inkomstenbelasting en schenk- en erfbelasting aangekondigd. Een deel van deze wijzigingen ging in op 1 januari 2024 en een deel gaat in op 1 januari 2025. Daarnaast is op 19 april 2024 de internetconsultatie aanpassingen bedrijfsopvolging gestart. Ook dit wetsvoorstel bevat een aantal aanpassingen in de bedrijfsopvolgingsregeling die per 1 januari 2025 in zouden moeten gaan. De aanpassingen zullen hieronder puntsgewijs opgenomen worden:
- Bedrijfsmiddelen gemengd gebruik. Sommige bedrijfsmiddelen worden zowel zakelijk als privé gebruikt, denk hierbij o.a. aan een auto. Deze bedrijfsmiddelen kwalificeren per 2025 alleen nog als ondernemingsvermogen voor zover ze daadwerkelijk binnen de onderneming gebruikt wordt. Nu kunnen bedrijfsmiddelen die gemengd gebruikt worden maar als ondernemingsvermogen worden aangemerkt nog geheel meegenomen worden. Deze maatregel is alleen van toepassing op bedrijfsmiddelen met een waarde in het economisch verkeer van minimaal € 100.000.
- Dienstbetrekkingseis. De dienstbetrekkingseis van 36 maanden wordt afgeschaft per 1 januari 2025. Hierdoor hoeft de verkrijger voorafgaand aan de verkrijging niet meer in dienst te zijn bij de onderneming.
- Minimumleeftijd. Bij schenkingen gaat een minimumleeftijd gelden voor de verkrijger van 21 jaar. Bij verervingen is deze minimumleeftijd niet van toepassing. Deze maatregel is zowel van toepassing in de inkomstenbelasting als in de schenk- en erfbelasting.
Box 3
Tarief
Op 1 januari 2024 is het box 3 tarief verhoogd naar 36%. In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat dit tarief verlaagd zal worden. Het is nog onduidelijk hoeveel het tarief verlaagd zal worden.
Vrijstelling groen beleggen
Bij de behandeling van het belastingplan 2024 is een amendement aangenomen om de vrijstelling voor groene beleggingen met meer dan de helft te halveren. De vrijstelling zal per 2025 verlaagd worden naar € 30.000 (fiscale partners € 60.000). De staatssecretaris van Financiën heeft dit amendement destijds ontraden. Inmiddels is er ook een onderzoek gedaan naar de gevolgen van deze aanpassing. Dit onderzoek laat zien dat de investeringen in groen sparen en beleggen zullen dalen. Het is nog maar de vraag of deze aanpassing dus stand zal houden.