Internationaal
Kwalificatie buitenlandse rechtsvormen
Met ingang van 1 januari 2025 wordt het toetsingskader voor de kwalificatie van een buitenlandse rechtsvorm aangepast. Tot 1 januari 2025 hanteerde Nederland de rechtsvormvergelijkingsmethode. Bij deze methode worden bepaalde civielrechtelijke kenmerken van de buitenlandse rechtsvorm vergeleken met de civielrechtelijke kenmerken van Nederlandse rechtsvormen. De buitenlandse rechtsvorm volgt dan de kwalificatie van de in Nederland meest vergelijkbare rechtsvorm. Dit leidde in bepaalde situaties tot internationale mismatches.
Per 1 januari 2025 wordt de rechtsvormvergelijkingsmethode uitgebreid met twee extra kwalificatie methodes. Deze twee extra methodes zijn alleen van toepassing indien er geen vergelijkbare Nederlandse rechtsvorm gevonden kan worden. De aanvullende methodes zijn de vaste methode en de symmetrische methode. De vaste methode is van toepassing indien het buitenlandse lichaam in Nederland is gevestigd en niet vergelijkbaar is. Bij de vaste methode kwalificeert het buitenlandse lichaam altijd als niet transparant. De symmetrische methode is van toepassing bij een niet in Nederland gevestigd buitenlands lichaam dat niet vergelijkbaar is. Bij deze methode is het lichaam altijd transparant.
Aanpassing facultatieve inhoudingsvrijstelling
In het Wetsvoorstel overige fiscale maatregelen 2025 is voorgesteld om de optionele inhoudingsvrijstelling van artikel 4 lid 1 Wet DB 1965 om te zetten naar een verplichte inhoudingsvrijstelling. Hierdoor kan de aandeelhouder/opbrengstgerechtigde bezwaar indienen tegen de inhouding.
Openbare CbCR-rapportages
Sinds 2016 kennen we al CbCR-rapportages. Deze rapportages werden echter alleen met Belastingdiensten gedeeld. In bepaalde situaties ontstaat er vanaf 2025 nu ook een verplichting om bepaalde informatie uit deze rapportage openbaar te publiceren.